Ze was me al vaker opgevallen tussen de andere moeders die op vrijdag hun kind naar school brengen. Behalve haar blonde haar in een strakke korte coupe en de felrood gestifte lippen, was het vooral dat ze altijd een kort rokje leek te dragen. Zelfs nu het november is, en behoorlijk koud wordt, staat ze met enkellaarsjes en een dunne zwarte panty op het schoolplein met haar dochter. Ik kijk met grote ogen naar haar, en hoop stilletjes dat het nog even duurt voordat de kinderen naar binnen kunnen. Maar mijn zoontje roept dat de deur open gaat, en hij trekt me mee de school in. Ik loop met hem naar de klas en praat nog even met de leraar. Een paar minuten later steek ik het schoolplein weer over, op weg naar huis.
Ik ben tegenwoordig op vrijdag vrij, en daarom neem ik de tijd om lopend naar school te gaan, in plaats van al dat gehaast met de auto of de fiets. Als ik het plein wil verlaten via het toegangshek komt zij op dat zelfde moment ook aanlopen. Ik laat haar voorgaan, en zeg; Ga jij maar eerst . Dank je wel, zegt ze, en we kijken elkaar even in de ogen. We steken naast elkaar de straat over en lopen plotseling samen. Ik begin te praten. Ik vraag haar; In welke klas zit jouw dochter? In 2b, zegt ze. Mijn zoon zit in 1d. Ik ben heel blij dat hij op deze school zit. Het bevalt ons prima. Mij ook, zegt ze. De kinderen leren zelfstandig te zijn en dat is prima voor hun ontwikkeling. Zeker, beaam ik. Zo praten we nog wat door over de school en de kinderen. Als we aan het eind van de straat komen, zeg ik dat ik linksaf ga. Ik ga ook die kant op, hoor , zegt ze. Oh, waar woon je dan? vraag ik. Ze antwoordt; Even verderop, op nummer 28. We lopen stilzwijgend naast elkaar. Zal ik iets over haar schitterende laarsjes zeggen? Die zijn zwart met zilver en voorzien van absurd hoge hak.
Ondanks die mega hak loopt ze er mooi op. Of misschien over haar rokje? Ik heb al kunnen zien dat ze een paar prachtige, lange benen heeft. Maar nee, Ik durf het niet. Dan komen we bij haar huis. Hee, een fijne dag nog, he? zeg ik tegen haar. Ze kijkt me even doordringend aan, en vraagt dan; Heb je tijd voor een kopje koffie? Ik weet het even niet, maar ze nodigt me uit. Zomaar, vanuit het niets. Ik heb minder dan een halve seconde bedenktijd nodig, en zeg dan; Lekker. Ze doet de deur open en we gaan naar binnen. Daar zijn we dan. Doe je jas uit en ga maar zitten, dan maak ik even koffie voor ons. Ze loopt op die in mijn ogen vet geile hoge hakken naar de keuken, het is een genot om naar te kijken, en ik voel dat ik een stijve lul krijg. De woonkamer is zoals je mag verwachten in een nieuwbouwhuis, bewoond door een gezin met kinderen. Niet heel bijzonder qua meubilair of inrichting. Ik ga in de driezitsbank zitten. Zei ze nu; daar zijn we dan? Wat zou ze daarmee bedoelen? Terwijl ze nog in de keuken staat, waag ik het om haar te zeggen dat ik haar laarsjes heel erg mooi vind. Oh ja? zegt ze terwijl ze de kamer binnen komt met de koffie. Ze heeft haar jas uitgedaan. Ze heeft een strakke korte gebreide trui aan met lange mouwen die haar handen half bedekken. Een mooie col zit rond haar hals. De trui laat verhult nauwelijks haar mooie lijf. Ze heeft een geweldig stel borsten, die grote moeite doen om door de stof heen te komen. Ik voel dat ik weer een stijve lul krijg. Ben jij een laarzen liefhebber? vraagt ze me, terwijl ze me met die grote ogen aankijkt. Ik zeg; Om eerlijk te zijn wel. Ik vertel haar dat ik een paar keer laarzen voor mijn vrouw heb gekocht, nou ja gekocht, gewoon betaald. Ik zie mijn vrouw graag in hoge laarzen, zeg ik, met het begon van een rood hoofd. Ze reageert meteen en zegt; Als je van hoge laarzen houd, kan ik je ook wel iets laten zien, hoor. Dan moet je even meekomen naar boven. En zonder mijn reactie af te wachten draait ze zich om, en loopt naar de trap. Ik weet niet hoe snel ik haar moet volgen. Ik doe even snel mijn hand in mijn broek en maak ruimte voor mijn groeiende lul. Ze gaat me voor in haar slaapkamer, waar één wand vrijwel volledig bedekt is met een hoge wandkast. Trots, maar ook al een beetje opgewonden, doet ze twee deuren open, en tot mijn verbazing zie ik zeker vijftig paar laarzen en laarsjes. Je bent niet de enige laarzen liefhebber in deze kamer, schat! terwijl ze me aankijkt. Mijn ogen glijden van links naar rechts en van boven naar beneden over de netjes gerangschikte laarzen. Ze staan er in allerlei kleuren en dessins, in diverse schachthoogtes. Van fel paars tot panter patroon, van glimmende zwarte lak laarsjes tot kniehoge laarzen van heel lichtbruin suede.